Toen ik in 2018 aantrad als gemeenteraadslid zaten in mijn rugzakje tal van ervaringen als burger met de gemeente. Ik was - en ben - altijd een betrokken en actieve wijkbewoner geweest en in die hoedanigheid heb ik verschillende ervaringen opgedaan met de gemeente als aanspreekpunt, als toegang en als organisatie. Eerlijkheid gebiedt mij te stellen dat die uiteenliepen van himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Van uitersten dus!
Nu zag - en zie - ik mezelf als veerkrachtig en doorzettend, maar dacht wel aan de meer kwetsbare inwoners. Hoe zouden die dit ervaren?
Met zorg in portefeuille stuitte ik op het onderzoek ‘Zorgen voor burgers’ waarin de de Nationale ombudsman beschreef dat overheidsinstanties, die verantwoordelijk zijn voor de zorg van burgers, nog steeds te veel werken vanuit hun eigen regels en kaders en hoe dit juist kwetsbare burgers soms in vreselijke situaties bracht. In 2019 las ik een artikel waarin de kansenongelijkheid - een kloof in de samenleving - in relatie tot de rol van de overheid beschreven werd. Hierin las ik “Steeds meer burgers raken de weg kwijt in het spinnenweb van de overheid. Het gaat om een groep van zo'n 2 tot 2,5 miljoen mensen die achterblijven. Burgers die verdwalen en vastlopen in de samenleving worden te vaak aan hun lot overgelaten. Volgens de Ombudsman zijn de regels van de overheid te ingewikkeld geworden, ook voor steeds meer 'zelfredzame mensen'.“